2. Verwarm de oven voor
Stel de oven in op 180°C. Het is belangrijk om de oven al vroeg te verwarmen, zodat de temperatuur stabiel is wanneer het deeg de oven in gaat. Dit draagt bij aan een gelijkmatige garing en helpt bij het verkrijgen van een goudbruine bovenlaag.
3. Bereid de bakplaat voor
Bekleed een bakplaat met bakpapier zodat de taart niet blijft plakken en makkelijk loskomt na het bakken. Vet daarna het bakpapier royaal in met boter. De boter vormt niet alleen een extra beschermlaag, maar geeft de randen van de taart ook een heerlijke, zachte karamellisatie tijdens het bakken.
4. Schik de appels
Verdeel de appelschijfjes in een enkele laag over de bakplaat. Door de appels gelijkmatig te verdelen, zorg je dat elke hap dezelfde zachte en licht zoete textuur krijgt. Probeer overlapping te vermijden zodat alle plakjes gelijkmatig kunnen bakken.
5. Bereid het deeg voor
Meng de natte ingrediënten: Klop in een ruime kom de 2 eieren samen met de 150 g poedersuiker. Klop tot het mengsel licht en romig is — dit zorgt voor een luchtige structuur in het eindresultaat.
Voeg de melk en vanille toe: Giet voorzichtig 90 ml melk bij het mengsel en blijf kloppen zodat alles goed wordt opgenomen. Voeg daarna een klein beetje vanille-extract toe naar smaak, wat de taart een aangenaam aroma geeft.