Hoofdstuk 1: De Waarheid
Ze at met wanhopige honger. Ik keek naar haar.
« Hij houdt je in de gaten, hè? »
Ze heeft haar eetstokjes neergelegd. Tranen stroomden.
« Als ik spreek, wordt alles nog erger. Diane zegt dat ze een dossier heeft. Ze zegt dat als ik wegga of praat, ze Emma van me zal afpakken. »
Mijn hart klopte als een oorlogstrommel.
Beetje bij beetje kwam alles uit: de verhuizing naar Diane’s huis, de sloten vervangen, het huis zonder haar medeweten gehuurd, het verduisterde geld, de in beslag genomen auto, de bankrekening gecontroleerd, de wekelijkse toelage van twintig dollar.
« Ik slaap in de garage, » fluisterde ze.
Een garage. Een moeder die haar kind verloor als ze het huishouden niet deed.
Ik schreeuwde niet. Ik heb nagedacht.
« Je gaat gewoon door alsof er niets is gebeurd, » zei ik tegen hem. « Gehoorzaam. Stil. »
Ze raakte in paniek. « Waarom? »
Ik glimlachte kil. « Omdat ze denken dat ze gewonnen hebben. »
Ik herinnerde hem aan mijn werk: fraude, dwang, ongepaste beïnvloeding.
« Ze spelen schaak met een pion. Ze zien de koningin niet aankomen. »
Hoofdstuk 2: Het Onderzoek
De volgende dag heb ik drie keer gebeld. Een formidabele advocaat. Een voormalig politieagent die privédetective werd. En de bank.
Binnen minder dan vierentwintig uur kwam de waarheid aan het licht: het huis stond nog steeds op zijn naam. De afstand was een vervalsing. Het huurgeld ging op Richards persoonlijke rekening.
Diezelfde avond keek ik naar ze vanuit mijn auto. En ik zag mijn dochter op de vloer eten, in een ijskoude garage.
Ik heb foto’s gemaakt. Video’s. Bewijs.