4. Risotto garen
Voeg een eerste soeplepel hete bouillon toe en roer tot deze bijna volledig is opgenomen. Blijf gedurende de kooktijd telkens een kleine hoeveelheid bouillon toevoegen, zodat de rijst langzaam gaart en zijn zetmeel vrijgeeft. Herhaal dit proces ongeveer 18–20 minuten tot de rijst zacht maar nog licht stevig is.
Wanneer de risotto bijna gaar is, voeg je de grof gesneden garnalen en de geraspte citroenschil toe. Meng voorzichtig zodat de smaken goed kunnen samenkomen. Breng op smaak met zout en zwarte peper.
5. Afmaken en serveren
Haal de pan van het vuur en roer de resterende 20 g boter door de risotto om hem extra romig te maken. Laat de risotto een minuut rusten zodat alles mooi kan inklinken.
Schep de risotto op diepe borden en werk af met de hele garnalen, extra citroenrasp, versgemalen zwarte peper en fijngesneden bieslook. Serveer onmiddellijk voor de beste textuur.
Opslag
- Risotto smaakt het allerbeste vers en direct uit de pan.
- Eventuele restjes kunnen tot 1 dag in een afgesloten bak in de koelkast worden bewaard.
- Verwarm restjes zachtjes met een scheutje bouillon of water om de romigheid te herstellen.
Tip
Wil je een nog intensere, vollere smaak? Gebruik dan in plaats van groentebouillon een zelfgemaakte garnalenbouillon door de pantsers van de garnalen in water te laten trekken met wat groenten en aromaten. Dit versterkt de zee-aroma’s en maakt je risotto nóg luxueuzer.
Volg dit recept stap voor stap en geniet van een verfijnde, frisse risotto met een prachtige balans tussen romigheid en citrus. Eet smakelijk! 🍋🍤
« `html
