« Mijn liefste, » zei ze met een lage, serieuze stem, een privévraag in een openbare ruimte. « Dit medaillon behoort toe aan één, en slechts één, bloedlijn. Een bloedlijn waarvan men dacht dat die volledig was verdwenen in de winter van 1918, in een kelder in Jekaterinenburg. » Ze keek me strak aan en vroeg de waarheid. « In godsnaam, kind… wie ben je? »
Ik stond rechtop, mijn tranen waren opgedroogd, mijn angst was verdwenen, vervangen door een kracht waarvan ik was vergeten dat ik die bezat, een kracht die was doorgegeven door generaties trotse, onbuigzame vrouwen die revoluties en moordenaars hadden getrotseerd. Ik keek naar de matriarch, een koningin die een andere koningin herkende.
« Mijn naam is Anna, » zei ik, met een heldere en vaste stem, die een hernieuwde autoriteit uitstraalde die zelfs mij verraste. « Mijn moeder was hertogin Alena Rostova. Ze vluchtte als kind tijdens de revolutie uit Rusland met niets anders dan dit medaillon, het enige wat ze uit de puinhoop van haar leven wist te redden. Mijn volledige naam… is Anastasia Rostova. »
Deel IV: De afrekening
Augusta Sterling sloot even haar ogen, haalde één keer scherp adem. Ze knikte langzaam, alsof een complexe historische puzzel op zijn plaats viel. Zij, een gerenommeerd amateurhistoricus op het gebied van sieraden en Europese afkomst, wist precies wie ik was. De naam Rostova was legendarisch, een geslacht zo oud en nobel als de Romanovs die ze hadden gediend.
Ze draaide zich om, haar gezicht een masker van koude, ingehouden woede, naar haar zoon en zijn vrouw.