Zes maanden later, in het Pentagon, ontving ik een brief.
Van mijn vader.
Hij wilde een officiële aanbeveling voor een luxe militaire residentie.
Ik nam een standaardformulier.
Ik schreef één zin in het rood:
De aanvrager voldoet niet aan de prioriteitscriteria. Standaard burgerbehandeling.
Ik heb het dossier gesloten.
Ik keek bij zonsondergang naar de Potomac.
Ik was generaal-majoor Elena Ross.
Ik leidde een korps.
Ik had geen tijd meer voor mensen die alleen van het uniform hielden, nooit van de persoon.
Mijn vader wilde een groet.
Hij heeft het.
En dat was het laatste wat hij van mij zou krijgen.
Soms is de beste wraak geen schreeuw.
Het is een groet.