voorbereiding
Voor de chocoladecake:
Klop de eieren met de suiker en de boter tot een zacht en luchtig mengsel.
(Neem de tijd, het is de moeite waard!) Zeef vervolgens de cacao, bloem en bakpoeder, voeg dit toe en roer voorzichtig tot een homogeen deeg ontstaat.
Giet het mengsel in een springvorm van 26 cm (ingevet en met bloem bestoven) en bak het op 200 °C (boven- en onderwarmte) gedurende ongeveer 10-15 minuten.
Haal de bodem uit de vorm, laat hem afkoelen en sluit hem af met een cakering.
Voor de meringuetopping:
Klop de boter met 50 gram suiker luchtig.
Scheid de eieren.
Voeg geleidelijk de eidooiers toe aan het boter-suikermengsel.
Meng de bloem met het bakpoeder, zeef het mengsel erover en roer het goed door.
Vet de bodem van een springvorm van 26 cm in en verdeel het deeg over de bodem.
Klop de eiwitten met 75 gram suiker heel stijf en verdeel het over de biscuitbodem.
Verdeel het amandelschaafsel erover.
Bak het mengsel 30-35 minuten in een heteluchtoven van 160 °C.
Haal de bodem uit de vorm en laat hem langzaam afkoelen.
Voor de kersenlaag:
laat de zure kersen uitlekken en vang het sap op.
Breng het cakeglazuur en het kersensap aan de kook, roer de uitgelekte kersen erdoor en verdeel het mengsel over de gecoate chocoladecake.
Laat alles even afkoelen.
Voor de vanillekwark:
klop ondertussen de melk met de kwarkvlokken en slagroomstabilisator krachtig op.
Roer er langzaam de magere kwark en de zure room door.
Verdeel de kwarkcrème over de kersen en maak de taart af met de afgekoelde meringuetopping.
Het beste is om de cake een paar uur te laten weken en uitharden.
Maar de taart kan ook direct gegeten worden!
