De glimlach van mijn vader trok samen.
« Dat is… onnodig, » fluisterde hij.
Ik keek naar hem—en zag iets wat ik mezelf nooit eerder duidelijk had laten zien:
Angst.
Geen angst om geld te verliezen.
Angst voor wat mijn tante me had nagelaten behalve geld.
Het Waszegel
Ik heb het zegel verbroken.
Mijn vader boog zich naar voren, zijn stem brak op het randje van paniek.
« Nee… Niet doen. »
Zijn gezicht werd spookwit.
Ik vouwde de brief open, keek naar de eerste regel—en voelde toen mijn hart door de vloer zakken.
Want binnenin was geen cadeau.
Het was een wapen.
De Eerste Lijn
Ik duwde lucht in mijn longen en las hardop voor:
« Als je dit leest, betekent dat dat ik weg ben—en je vader de waarheid niet langer kan tegenhouden. »