Margaret en Linda keken me even verrast aan—toen werden hun gezichten verhardend tot ergernis.
« Hij bedoelde het niet zo, » zei Linda snel. « Het was een ongeluk. »
Margaret zuchtte. « Je bent oké, Emily. Zwangere vrouwen overreageren voortdurend. »
Ik beefde. Een nieuwe golf van pijn overspoelde me, sterker dan de vorige. Ik probeerde te ademen, maar mijn borst voelde strak.
« Alsjeblieft, » smeekte ik. « Ik heb echt pijn. »
Ryan stond in de buurt, nu verward en stil. Ik greep met trillende handen naar mijn telefoon om Daniel te bellen. Ik had hem nodig. Ik had iemand nodig die dit serieus nam.
Voordat het gesprek kon worden doorgevoerd, verspreidde zich een verpletterende druk door mijn buik. Ik liet de telefoon vallen en kromp dubbel, happend naar adem. Mijn lichaam voelde alsof het niet langer onder mijn controle stond.
« Ik kan niet bewegen, » fluisterde ik. « Alsjeblieft… Bel een ambulance. »
Margaret stond langzaam op, irritatie duidelijk op haar gezicht. « Emily, stop hiermee. Je maakt het kind bang. »
Linda sloeg haar armen over elkaar. « Je moet waarschijnlijk gewoon gaan liggen. »
Weer kwam er een wee, en deze keer schreeuwde ik. Mijn benen trilden hevig. Mijn zicht werd wazig en de angst voor mijn baby overweldigde me. Ik voelde me duizelig, misselijk en hulpeloos.