Wanneer de waarheid ongemakkelijk is
Jean overleed in het voorjaar. Het huis werd plotseling te groot. Ik heb de begrafenis helemaal alleen geregeld.
Mijn moeder arriveerde in het zwart gekleed en begroette kiezers en donateurs. Haar toespraak over ‘familie-eenheid’ werd met applaus ontvangen. Ik werd er misselijk van.
Ze sprak alsof ze erbij was geweest. Alsof ze had toegekeken. Alsof ze had liefgehad.
Degenen die het wisten, zwegen. In Redmond Hills gaat beleefdheid boven de waarheid.
Maar die ochtend, in de rechtszaal, was zwijgen niet langer voldoende.
De documenten die ik presenteerde – verklaringen, correspondentie, notariële instructies – begonnen het vertrouwen van mijn moeder te ondermijnen. De glimlach van haar advocaat verdween. De rechter knikte niet meer.
Het huis dat op stilte was gebouwd, brokkelde stukje voor stukje af.
Jean geloofde in één simpel ding: het goede verdient bescherming.
Die dag verdedigde ik geen geld.
Het was zijn nalatenschap.