5. Lithium voor bipolaire stoornis
Lithium is al tientallen jaren een van de meest vertrouwde behandelingen voor bipolaire stoornis. Langdurig gebruik kan echter bijwerkingen hebben, waaronder nierfalen en een aandoening genaamd nefrogene diabetes insipidus, die de vochthuishouding van het lichaam belemmert.
Iedereen die lithium gebruikt, moet nauwlettend worden gecontroleerd met regelmatige bloedonderzoeken en niercontroles. Dit is geen medicijn dat kan worden beheerd zonder een sterke samenwerking tussen psychiater en nefroloog.
6. Diuretica – de “waterpillen”
Diuretica worden vaak voorgeschreven bij hoge bloeddruk of zwellingen veroorzaakt door vochtretentie. Ze helpen het lichaam overtollig zout en water af te voeren.
Maar als ze te agressief of zonder toezicht worden gebruikt, kunnen diuretica het lichaam uitdrogen, de elektrolytenbalans verstoren en de nieren extra belasten.
Belangrijke waarschuwing: pas nooit zelf de dosering van een diureticum aan. Zelfs kleine veranderingen kunnen de nierfunctie beïnvloeden.
7. Bloeddrukmedicijnen
Hier wordt het lastig. Sommige renine-angiotensinesysteem (RAS)-remmers, een klasse bloeddrukmedicijnen, kunnen na verloop van tijd de nierfunctie beïnvloeden.
Maar – en dit is cruciaal – ze zijn ook essentieel voor de bescherming van het hart en het onder controle houden van hoge bloeddruk, een van de belangrijkste oorzaken van nierfalen.
Dat betekent dat deze medicijnen nooit plotseling mogen worden stopgezet. Als u zich zorgen maakt, overleg dan met uw arts. In veel gevallen wegen de voordelen op tegen de risico’s, maar dosering en controle zijn cruciaal.