Verwarm je oven voor tot 180°C (350°F). Beboter een blik van 23 cm (9 inch) en bekleed het met bakpapier.
Schil de appels en verwijder de zaadnestjes. Snijd ze in zeer dunne plakjes (1/8 inch/3 mm) met een mandoline of een scherp mes. Houd de plakjes appels in water met citroensap om te voorkomen dat ze bruin worden.
Klop in een grote kom de eieren, suiker en vanille door elkaar tot het mengsel licht en luchtig is (ongeveer 3 minuten).
Voeg geleidelijk de melk en room toe, voortdurend roeren.
Zeef de bloem en het zout door het mengsel en roer met een garde, totdat het gemengd is. Het beslag moet dun zijn, zoals een pannenkoekenbeslag.
Laat de appelschijfjes aflekken en droog ze grondig met keukenpapier.
Vouw de appelschijfjes voorzichtig door de taart, zodat elke plak ermee bedekt is.