In de regio Bethlehem zijn de wintermaanden (december en januari) temperaturen dicht bij het vriespunt en constante regen. In die periode lieten herders hun schapen niet buiten achter; Ze bewaarden ze in afgedekte hokken.
De kuddes bleven alleen van de lente tot de herfst in de velden, ongeveer van maart tot november.
Dat betekent dat Jezus niet midden in de winter geboren kon zijn.
De Romeinse volkstelling: Weer een puzzelstukje
Lucas vermeldt ook dat Jozef en Maria van Nazareth naar Bethlehem moesten reizen voor een volkstelling die door Caesar Augustus werd bevolen. Die reis was meer dan 130 kilometer (80 mijl).
Het Romeinse Rijk voerde nooit volkstellingen uit in de winter. De wegen werden gevaarlijk, modderig en onbegaanbaar, vooral in bergachtige gebieden. Volkstellingen werden altijd uitgevoerd tijdens droge, gematigde seizoenen.
Nog een duidelijk bewijs dat de geboorte niet in december heeft plaatsgevonden.
Het verborgen detail in Luke dat alles onthult
De meest precieze aanwijzing is te vinden in Lucas hoofdstuk 1.
Zacharias, de vader van Johannes de Doper, behoorde tot de priesterlijke divisie van Abja. Volgens 1 Kronieken 24 diende die divisie in de achtste week van de Joodse kalender, wat ongeveer overeenkomt met half juni.