Want het begon allemaal al lang voor die dag.
Ik groeide op in een welvarende buitenwijk vlakbij Boston. Mijn ouders hechtten veel waarde aan de schijn. Caroline, drie jaar ouder dan ik, voldeed aan alle verwachtingen: een prestigieuze school, een veelbelovende carrière en een perfect imago. Bij elke familiebijeenkomst werden haar prestaties gevierd.
Ik was geïnteresseerd in het milieu, onderzoek en natuurbehoud. Een passie die mijn ouders « niet erg winstgevend » vonden. Slechts één persoon begreep me echt: mijn grootvader Maxwell.
Hij was een voormalig investeringsbankier, leefde eenvoudig en gaf veel. Hij herhaalde vaak tegen me: « Ware waarde zit niet in de prijs, maar in het nut. » In zijn huisje aan het meer spraken we over ecologie, filosofie en zingeving.
Toen hij ziek werd, waren mijn ouders ineens heel steunend. Cadeaus, bezoekjes, aanbiedingen om te helpen. Ik deed wat ik altijd al had gedaan: er voor hem zijn.
Kort voor zijn dood zei hij tegen me: « Geduld is een vorm van rijkdom. De waarheid komt uiteindelijk altijd aan het licht. »
Ik begreep het nog steeds niet.