Toen de liftdeuren opengingen, viel mijn blik op de ingelijste foto in de gang. Daarop stond een veel jongere Edward naast een productielijn, met arbeiders met veiligheidsbrillen achter hem, en een klein onderschrift dat de eerste batterij beschreef die van de band rolde. Het plaatje was nieuw. Onder zijn naam stond een zin in hoofdletters, onmogelijk te missen: « Conformiteit wordt niet herinnerd. Zorg wordt herinnerd door competentie. »
In de weerspiegeling van het geborstelde staal van de lift zag ik mijn stropdas, die nog steeds een beetje scheef zat, en dacht terug aan die ochtend die alles in gang had gezet – hoe toeval pas achteraf de schijn van planning krijgt. Ik had mijn carrière niet gebouwd op toegankelijkheid. Ik had simpelweg geen carrièreplan gemaakt. Ik had gewoon een taal ontcijferd en daarop gereageerd.
Op de dag dat ik mijn aanbiedingsbrief ontving, stuurde ik Edward via zijn assistent een handgeschreven bedankbrief, ondertekend door mij. Hij antwoordde met een eenvoudige, ouderwetse kaart: « Blijf je invloed vergroten. Geef die vervolgens door aan anderen. » Daaronder stond in kleine letters een naschrift: « PS: Zeg tegen het lobbypersoneel dat ze je een kop koffie verschuldigd zijn. »
Soms is het keerpunt in het leven geen donderslag. Het is het zachte klikken van liftdeuren, het stille gewicht van het wachten, het meer gestage ritme van je handen terwijl je aan iets nuttigs werkt. En soms, als je geluk hebt, is het ook een gratis kopje koffie in de lobby, aangeboden zonder dat je erom hoeft te vragen, omdat iemand het eindelijk begrijpt.