Ik aarzelde voordat ik antwoordde.
« Hallo? »
« Mam. »
Roberts stem—maar anders, steviger.
« Ik ben het. Ik weet dat je zei dat je misschien niet zou antwoorden, maar ik moest het proberen. »
Mijn hart klopte sneller.
« Waar ben je? » vroeg ik.
« In een klein appartement aan de andere kant van de stad. Niets bijzonders, gewoon een studio, maar het is van mij. Ik betaal het met mijn nieuwe baan. Ik werk in een magazijn, nachtdienst. Het is niet glamoureus, maar het is eerlijk. Ik betaal mijn schulden beetje bij beetje af. »
Ik voelde iets losser worden in mijn borst.
« Fijn om te horen. »
« Mam, ik bel niet om iets te vragen, » ging hij verder. « Ik wilde je gewoon laten weten dat ik mijn best doe. Ik ga elke week naar therapie. Ik ben bezig te begrijpen waarom ik de beslissingen heb genomen die ik heb genomen, waarom ik Dawn heb laten veranderen in iemand die ik niet herken. »
« Dat is goed, Robert. Echt goed. »
Er viel een stilte.
« Denk je dat je ooit… Kunnen we ooit misschien een kop koffie drinken? Het hoeft niet snel te zijn. Wanneer je er klaar voor bent. Als je er ooit klaar voor bent. »
Ik keek naar de rozen die ik had geplant, die nu bloeiden in koraal- en gele tinten. Ik keek naar het huis dat ik tot mijn toevluchtsoord had gemaakt. Ik keek naar het leven dat ik uit de as had opgebouwd.
« Misschien, » zei ik uiteindelijk. « Ooit, als we er allebei klaar voor zijn. »
« Oké. Ik kan wachten. Ik heb geleerd geduldig te zijn. » Zijn stem brak licht. « Ik hou van je, mam. Ik weet dat ik het na alles niet mag zeggen, maar het is waar. »
« Ik weet het, » fluisterde ik, en ik hing op.
Ik zat op het terras met een kop thee en liet de ochtendzon mijn gezicht verwarmen.
Ik had Robert niet helemaal vergeven. Misschien zou ik dat nooit helemaal doen. Maar er was iets belangrijkers dan vergeving.
Ik had rust gevonden. Ik had mijn kracht gevonden. Ik had mijn stem gevonden.
Ik pakte mijn notitieboekje en schreef:
Ik heb geleerd mezelf te vergeven dat ik zo lang heb gewacht met mezelf te verdedigen. Ik heb geleerd dat eigenliefde geen egoïsme is. Het is overleven. Het is waardigheid. Het is de basis waarop alles is gebouwd.
De wind ritselde door de bladeren aan de bomen. Een vogel zong ergens in de buurt. En ik, Helen Salazar, eenenzeventig jaar oud, eigenaar van dertien gebouwen, overlevende van verraad en verlating, een vrouw herboren uit haar eigen as, bestond gewoon—heel, vrij, van mij.