Deze vrouw inning wat haar toekwam.
De daaropvolgende dagen waren een wervelwind van juridische activiteiten. Roger hield me op de hoogte van elke stap. De ontruimingsbrief werd overhandigd. Robert had dertig dagen om de volledige schuld af te lossen of het appartement te verlaten.
Volgens Roger belde mijn zoon het kantoor elke dag, soms meerdere keren per dag, eiste een gesprek met de eigenaar, vroeg om uitstel en bood betalingsplannen aan.
« Wat heb je hem verteld? » vroeg ik.
« Wat u mij opdroeg: dat alle polissen gelijk gelden voor alle huurders. Dat er geen uitzonderingen zijn. Dat als hij niet kan betalen, hij moet vertrekken. »
« Perfect. »
Maar er was nog iets anders dat Roger niet wist. Iets wat ik zelf had onderzocht.
Ik huurde een privédetective in, niet om te spioneren, maar om het te begrijpen. Ik moest weten hoe mijn zoon op dit punt was gekomen. Ik moest begrijpen wat er met de jongen was gebeurd die ik had opgevoed.
Het rapport arriveerde een week later. Het was triester dan ik had verwacht.
Robert verdiende een behoorlijk salaris als verkoopmanager, maar Dawn gaf drie keer zoveel uit als wat ze verdiende. Creditcards maximaal opgebouwd, persoonlijke leningen om andere leningen te dekken, maaltijden in dure restaurants vijf keer per week, designerkleding die ze één keer droeg en vergat in de kast—een levensstijl die volledig gebaseerd was op schulden en uiterlijk.
De onderzoeker voegde ook aantekeningen toe over hun relatie. Ze hadden publieke ruzies gehad. Buren meldden vaak geschreeuw, dichtslaande deuren en gespannen stiltes. Dawn gaf Robert de schuld dat hij niet genoeg geld verdiende. Robert gaf Dawn de schuld van te veel uitgeven. Het was een vicieuze cirkel van wrok en verwijten.
Ik heb het hele rapport twee keer gelezen. Een deel van mij, het deel dat nog moeder was, wilde ingrijpen. Ik wilde Robert bellen, hem hulp aanbieden, hem begeleiden naar betere beslissingen.
Maar het andere deel, het nieuwere, sterkere deel, wist dat dat een fout zou zijn. Robert moest de bodem bereiken. Hij moest de gevolgen van zijn keuzes onder ogen zien. Alleen dan kon hij groeien.
Bovendien had hij me op het dieptepunt laten raken. Hij had me op zijn keukenvloer gezien, bloedend, vernederd, en hij had het televisievolume harder gezet. Hij had me met tweehonderd dollar en een vage belofte van hulp op straat gezet. Hij had niet gebeld om te vragen of ik nog leefde. Hij had niet gevraagd of ik ergens kon slapen. Het kon hem niets schelen.
Dat was de waarheid die meer pijn deed dan welke fysieke klap dan ook.
Mijn zoon gaf al lang niet meer om mij voordat hij me uit huis zette. Misschien had het hem nooit echt iets kunnen schelen. Misschien zag hij mij alleen als een verplichting, een erfelijke last die hij eindelijk had gevonden om van zich af te werpen.
Op dag achtentwintig van de uitzettingsperiode belde Roger me.
« Robert heeft betaald. Hij heeft het geld op de een of andere manier gekregen. Hij heeft vanmorgen het volledige zesduizend tweehonderd betaald. »
Ik voelde iets wat op teleurstelling leek.