Daniel probeerde het weg te lachen.
« Je overdrijft. Elena is instabiel. Ik zorg voor haar. »
« Zorg je voor haar? » vroeg ik, terwijl ik knielde om mijn jas over Elena heen te draperen. « Is dit wat je zorg noemt? »
De vrouw in het rood fluisterde nerveus:
« Daniel… Je zei dat alles onder controle was. »
Ik heb naar ze allebei gekeken.
« Niets is onder controle. Vanavond begint alles uit elkaar te vallen. »
Ik legde een verzegelde map op tafel.
Uitzettingsbevelen. Vermogensafdeling. Een formele klacht wegens economische en psychologische mishandeling.
Daniel deed een stap achteruit. De stilte voelde definitief. Dat was het moment waarop ze begrepen—er was geen uitweg.
Ik heb nooit mijn stem verheven. Kalmte was mijn wapen.
Ik belde een ambulance voor Elena—niet vanwege zichtbare verwondingen, maar omdat verwaarlozing wonden achterlaat die je niet kunt zien. Terwijl we wachtten, begon Daniel excuses te verzinnen, zoals mensen altijd doen als ze in het nauw worden gedreven.
« Je weet niet hoe moeilijk het is om met zo iemand te leven, » zei hij, terwijl hij naar haar wees. « Ze weigerde te werken. Ze werd instabiel. »