Door het filter regelmatig schoon te maken, voorkom je problemen met de waterdoorstroming en onaangename geuren.
Zo doe je dat:
Raadpleeg de handleiding van je wasmachine om het filter te vinden (meestal een klein klepje aan de onderkant van het apparaat).
Open het filter en verwijder eventueel vuil, zoals stofresten, muntjes of haren.
Spoel het filter af met warm water en droog het vervolgens af.
5. Maak de trommel regelmatig schoon:
Laat na elke wasbeurt de deur een klein beetje openstaan, zodat de trommel kan drogen en schimmelvorming wordt voorkomen.
Hoe doe je dat:
Laat na het wassen de deur een paar uur openstaan zodat de binnenkant van de wasmachine goed kan drogen.
Je kunt ook een in azijn gedrenkte doek gebruiken om vochtige plekken in de trommel af te vegen.
6. Het wasmiddelbakje schoonmaken:
In het wasmiddelbakje kunnen poeder- en vloeibare resten ophopen, wat tot verstoppingen kan leiden.
