Ik heb de fraudeafdeling gebeld. Ik heb aangifte gedaan van identiteitsdiefstal. Een buurman gaf een schriftelijke getuigenis. Elaine ook. Ze probeerde het niet te verbergen. Ze erkende dat ze haar fouten in het verleden al had uitgewist. Ze zou het niet nog eens doen.
De maandag daarop verscheen Derek alleen in de rechtbank. Hij probeerde te praten over gelijkheid, partnerschap, misverstanden in het huwelijk. Het bewijs sprak voor hem. De data. De handtekeningen. Connecties. De bekentenissen.
Toen hem werd gevraagd waarom hij aparte rekeningen had geëist, was het antwoord duidelijk: de wanbetalingsmelding was al binnengekomen. Hij wilde zichzelf beschermen. Laat mij de schok nemen.
Het bevel is uitgegeven. Hij moest het huis verlaten. De rekeningen werden bevroren. Het dossier naar de officier van justitie gestuurd.
Toen ik de rechtbank verliet, trilde er een bankmelding in mijn hand. Mijn nieuwe salaris. Voor het eerst in jaren helemaal van mij.
Ik verloor die dag geen man.
Ik herstelde mezelf.