1. Kies een heel lichte plek
De meeste orchideeën hebben veel omgevingslicht nodig, maar geen direct zonlicht. Felle middagzon kan de bladeren beschadigen, maar helder indirect licht is precies wat de plant stimuleert om opnieuw te bloeien. Een vensterbank op het oosten of westen is ideaal. Hoe beter de lichtomstandigheden, hoe groter de kans op nieuwe bloemstengels tijdens de actieve groeiperiode.
2. Zorg voor voldoende bodemvochtigheid
Orchideeën worden meestal verkocht in een substraat van dennenbast. Dat heeft een reden: hun wortels hebben veel lucht nodig en moeten snel kunnen opdrogen. In hun natuurlijke omgeving groeien veel orchideeën namelijk op boomschors, waar water nooit lang blijft staan. Te natte wortels veroorzaken snel problemen zoals rot of verstikking.
In de winter geef je weinig water. Maar wanneer de luchtvochtigheid daalt — bijvoorbeeld door verwarming — droogt het substraat sneller uit. Controleer daarom vóór je water geeft altijd of de wortels en bast echt droog zijn. Is het substraat nog vochtig? Wacht dan. Is het droog? Dan is een kleine hoeveelheid water voldoende, bij voorkeur gedestilleerd of op kamertemperatuur.
In zeer droge ruimtes is het nuttig de bladeren licht te benevelen of een luchtbevochtiger te gebruiken. Zet de plant liever niet in extreem vochtige ruimtes zoals drukbezochte badkamers; daar is de luchtcirculatie te beperkt.
