De markt
« Goed, » zei Miles. « Laten we een deal sluiten. »
Owen knipperde met zijn ogen.
« Als je me kunt helpen — als je kunt doen wat al deze experts niet hebben gedaan — dan geef ik je de helft van mijn fortuin. Ik zal het schrijven. Het zal echt zijn. »
Zijn stem trilde eindelijk, en hij haatte het om hoop erin te horen.
« Maar als je het niet kunt doen, » voegde hij toe, « laat me dan met rust. »
Even bleef de jongen stilstaan.
Toen verhardde zijn gezicht, niet van angst, maar van vastberadenheid.
Hij liep naar de stoel en knielde in het gras.
Zonder toestemming te vragen legde hij zijn kleine hand op Miles’ knie.
Zijn handpalm was warm, een beetje vies van de aarde.
Miles had de reflex om zich terug te trekken, maar verstijfde.
« Mag ik voor je bidden? » vroeg Owen met een lage stem.
Miles voelde zijn keel dichtknijpen.
« Doe wat je wilt, » fluisterde hij, terwijl hij zijn ogen sloot.
Een gebed als gesprek
Owen sprak zonder nadruk, als een kind dat met iemand praat die hij vertrouwt.
« God is meneer Miles. Hij is erg verdrietig. Hij heeft veel dingen, maar hij wil graag lopen. Mensen zeggen dat het niet mogelijk is, maar Jij hebt mensen gecreëerd. Dan kun je doen wat anderen niet kunnen. »
Hij pauzeerde.
« Geef hem wat kracht. Al is het maar een beetje. Zodat hij kan opstaan. En misschien ooit voetbal met mij spelen. Amen. »
Nauwelijks tien seconden.
Miles wachtte op de gebruikelijke leegte.
En toen veranderde er iets.
Warmte
Er verscheen een warmte onder de hand van de jongen. Echt. Opwindend.
Miles werd buiten adem gegrepen.
Het gevoel trok langzaam naar beneden langs haar been, gevolgd door een vreemd tintelend gevoel.
Een kreet ontsnapte hem.
Gehaaste voetstappen weerklonken op het terras.
Lena, Owens moeder, rende erheen en raakte in paniek.
« Owen! » riep ze.
« Wacht, » zei Miles met een trillende stem.
Hij staarde naar zijn voeten.
Zijn grote teen bewoog.
Toen trok zijn been.
« Oh mijn God, » fluisterde hij.
Owen keek naar hem op.
« Is het gelukt? » vroeg hij.
Sta op
Met hulp van Lena en Owen richtte Miles zich op.
Haar benen trilden, maar ze reageerden.
Hij stond een paar seconden stil.
Toen viel hij in het gras.
En hij lachte erom.
Hij kon de aarde ruiken. De geur van gras.
Hij hield Owen dicht tegen zich aan, lachend en huilend tegelijk.
Voor het eerst in lange tijd schreeuwde hij niet naar de lucht.
Hij bedankte hem.