De jaren zijn voorbijgegaan zonder dat er iets lijkt te veranderen. Ryan bleef zichzelf neerzetten als de voorbeeldige manager. Mijn ouders verheerlijkten haar. Ik kwam om de huizen te controleren, om te repareren wat gerepareerd moest worden, om valse facturen te weigeren.
Toen mijn grootmoeder overleed, werd het familietheater hervat. De toespraken over « traditie », « familie », « continuïteit ». Er werd een legacy-bijeenkomst georganiseerd. Ryan riep zichzelf uit tot enige erfgename van applaus.
Toen opende ik mijn koffer.
Geregistreerde akten. Vertrouwen ondertekend. Officiële postzegels. Alles was duidelijk: ik was al meer dan twee jaar de wettelijke eigenaar van de acht huizen. De advocaat van de familie bevestigde het voor iedereen. Er was niets om uit te delen.
Ryans woede barstte los. De tranen van mijn moeder ook. Mijn vader daarentegen begreep te laat dat hij vertrouwen had verward met blindheid.
De gevolgen volgden. Belastingcontroles hebben de verduistering aan het licht gebracht. Ryan kwam in de schulden terecht. Mijn ouders moesten het familiehuis verkopen en hun levensstijl beperken. De mythe van perfect succes is ingestort.
Ik deed wat mijn grootmoeder had gehoopt: ik stabiliseerde de huren, vertrouwde het beheer toe aan een bekwaam team, en repareerde wat gerepareerd moest worden. Huizen zijn weer fatsoenlijke plekken geworden, met respect voor de bewoners.
Met het inkomen heb ik ook een studiebeurs opgericht ter vernoeming van Evelyn Bennett, voor eerstegeneratiestudenten die huisvestingsondersteuning nodig hebben om hun studie voort te zetten. Omdat een dak alles kan veranderen.
Bij de eerste overdracht zei een wiskundestudent tegen me: « Dat betekent dat ik niet naar huis hoef. » Toen begreep ik dat de erfenis van mijn grootmoeder nog steeds leefde.