Het advocatenkantoor was statig. Een ruimte waar de lucht naar geschiedenis, gepolijst hout en rijkdom rook – leren stoelen die kraakten onder het gewicht van belangrijke beslissingen, boekenkasten vol dikke boeken over recht en erfrecht. Het gezoem van de tl-lampen droeg alleen maar bij aan de beklemmende sfeer. Ik zat tegenover mijn familie, met klamme handen op mijn knieën, terwijl de zwaarte van het moment me overweldigde. Mijn grootvader Robert was twee dagen geleden overleden, en we waren hier. Dit had een moment moeten zijn om hem te herdenken, om zijn nagedachtenis te eren, maar het was al snel ontaard in een gladiatorengevecht. We waren bijeengekomen, niet om te rouwen, maar om zijn imperium te vernietigen.
Ik wierp een blik op de gezichten om me heen. Mijn moeder, Linda, zat kaarsrecht in haar zwarte Chanel-pak en veegde haar ogen af met een zakdoek die veel te schoon was voor iemand die zo ‘verwoest’ was. Ze huilde niet – dat deed ze nooit, tenzij het haar uitkwam. Mijn vader, David, bleef op zijn Rolex kijken, zijn gedachten duidelijk bij zijn volgende financiële zet. Hij was al aan het plannen wat hij met zijn deel zou kopen. Mijn broer, Marcus, hing onderuit in zijn stoel met een arrogantie die ik niet begreep, grijnzend naar zijn spiegelbeeld in de gepolijste tafel. En mijn nicht, Jennifer, fluisterde tegen haar man, terwijl ze haar volgende aankoop berekende, haar ogen de kamer afspeurend als een havik op zoek naar prooi.
Meneer Morrison, de advocaat van opa, schraapte zijn keel. Het moment was aangebroken.
« Ik laat het familiebedrijf in de scheepvaartsector en alle bijbehorende activa na aan mijn zoon, David Thompson. »
De kamer werd stil. De ogen van mijn vader lichtten op, een zelfvoldane glimlach speelde in zijn mondhoeken. Het familiebedrijf was miljoenen waard. Minstens dertig miljoen, misschien wel meer. Ik kon de dollartekens bijna in zijn ogen zien dansen toen hij mijn moeders hand schudde.
« Aan mijn schoondochter, Linda Thompson, vermaak ik het familiebezit in Napa Valley, inclusief alle meubels en kunstwerken. »
Mijn moeder glimlachte oprecht. Het was een glimlach die ik al weken, misschien wel maanden, niet had gezien, maar daar was hij dan, uitgespreid over haar