« Megan, alsjeblieft, » zei hij, terwijl hij met zijn hand zwaaide. « Ga terug naar je papierwerk. Dat gaat je niks aan. »
Megan tuitte haar lippen. Het zou makkelijk zijn geweest om te zwijgen, maar zijn geweten liet het niet toe. In plaats daarvan wendde ze zich tot Harold.
« Meneer, wilt u een glas water terwijl u wacht? » vroeg ze met een kleine oprechte glimlach.
Voor het eerst sinds hij het gebouw binnenkwam, verzachtten Harolds ogen. Deze kleine daad van vriendelijkheid te midden van zoveel arrogantie was bij hem gekomen op een plek die hij zelden aan iemand liet zien.
« Dank je, » zegt hij. « Dat zou heel vriendelijk zijn. »
Megan knikte en liep naar de pauzeruimte. Achter haar liet Jared een lage, spottende lach horen.
« Ze is schattig, » zegt hij luid genoeg om dichtbij te horen. « Ik heb altijd een zwak gehad voor verloren zaken. »
Op dat moment voegde een andere bestuurder zich bij de kring. Trevor Blake, hoofd personeelszaken, bekend op kantoor om zijn roddels en gemene grappen die hij met een vriendelijke glimlach maakte.
Hij keek naar Hiccup en glimlachte.
« Hé, Jared, » zei Trevor. « Roepen we het bejaardentehuis? Misschien missen ze iemand. »
Meer gelach. Meer geamuseerde blikken. Weer een klein kleinzielig wreedheidsgemak.
En op dat moment, zonder dat iemand het wist, veranderde de richting van hun leven.
Megan kwam terug met het water en gaf het aan Harold alsof ze iets anders dan een drankje aanbood. Hij nam het met stille dankbaarheid aan, nam een kleine slok en keek op zijn horloge. Het was 9:40 uur.
Er waren nog twintig minuten voor de vergadering waar niemand anders van wist.