Maar de volgende ochtend, toen we eindelijk in San Francisco aankwamen, was alles veranderd.
Mijn telefoon trilde non-stop: meldingen, berichten, gemiste oproepen, interviewverzoeken… Er was zelfs een voicemail achtergelaten door een nationale ochtendshow. In het café waar we stopten bij Union Square herkende iemand me en vroeg om een foto.
Een vrouw nam me in haar armen, tranen in haar ogen:
« Mijn dochter heeft dezelfde aandoening. Dank je wel dat je het bewustzijn hebt gecreëerd. »
Op de STEM Innovation Expo — de reden voor Evans reis — herkenden de organisatoren ons meteen. De ogen van een vrijwilliger werden groot:
« Oh mijn God, het is de Engel van de Bus en zijn zoon! »
Evans roboticaproject, dat hij had gebouwd met onderdelen uit de dollarwinkel en oude onderdelen had gered, trok plotseling een onverwacht publiek aan. Rechters stopten gewoon om met hem te praten. Een wetenschapspodcaster interviewde hem zelfs over hoe hij « engineering op YouTube heeft geleerd van zijn geweldige moeder. »
Ik keek naar mijn zoon, zowel trots als een beetje overweldigd door wat er om ons heen gebeurde.
Toen kwam de grootste schok van de dag.