De parkeerplaats was ijzig. De februariwind waaide door mijn toga alsof hij me ergens aan wilde herinneren. Ik ging op het trottoir zitten, niet verder in de buurt. Mijn telefoon trilde weer: een foto van het feest, stralende glimlachen, geen vragen, geen « Hoe ging het? » Stilte sprak voor hen.
Ik huilde stilletjes, tranen zwaar van oude teleurstellingen. Ik had deze scène alleen doorgemaakt terwijl ze een wedstrijd keken die ze al honderd keer hadden gezien. Ik bleef daar tot de menigte uiteenviel en de pijn plaatsmaakte voor iets anders: een scherpe helderheid.
Het volgende bericht was niet van mijn familie. Het was mijn tante Helena: « Ik heb de foto’s van de ceremonie gezien. Ik ben zo trots op je. Bel me wanneer je kunt. Die woorden resoneerden anders met mij. Iemand had me gezien. Zonder iets terug te verwachten.
Zittend daar, diploma op mijn knieën, stelde ik mezelf een simpele vraag: wat nu? Ik kon niet meer naar huis gaan en doen alsof. Toen opende ik een reisapp. Zonder genialiteit, zonder heroïsche muziek. Slechts een aarzelende vinger over een vlucht die ik lang geleden had bewaard: een enkeltje naar Colorado.
De bevestiging is binnen. Ik ademde uit, trillend maar helder. Voor het eerst in jaren had ik voor mezelf gekozen.
De Colorado zag er onwerkelijk uit vanaf het vliegtuig. Bergen bedekt met sneeuw, immense stilte. Het retraitecentrum lag genesteld tussen de dennenbomen. Ik werd begroet met een onverwachte zoetheid: « Welkom, Annabelle. » Mijn voornaam, zonder verwachting of voorwaarde.
De volgende ochtend, na een massage, keek ik reflexmatig op mijn telefoon. Vijftien gemiste berichten. Geen van hen feliciteerde me. Ze vroegen allemaal om geld. Toen een bericht van Helena: « Controleer je kredietrapport. Nu onmiddellijk. »
Onbekende rekeningen, nooit ondertekende leningen, kaarten geopend zonder mijn toestemming op het scherm. De data kwamen overeen met de zogenaamde noodsituaties. Het was geen nalatigheid meer. Het was een opzettelijke uitbuiting. Ze hadden niet alleen mijn diploma-uitreiking gemist. Ze hadden mijn toekomst gebruikt om hun heden te financieren.
Toen ik Helena terugbelde, trilde ik niet meer. Ze zei kalm tegen me: « Je hebt een advocaat nodig. » En voor het eerst liet ik het schuldgevoel niet voor mij beslissen.