Zonder dat hij het wist, was er echter nog steeds iemand, die geruisloos naar voren liep met een emmer en een dweil, bijna onzichtbaar, als een integraal onderdeel van het gebouw zelf.
Luis, de onderhoudsmedewerker, maakte deze vloeren al twintig jaar schoon. Hij had voorspoed gezien, maar ook arrogantie, altijd genegeerd, altijd aanwezig.
Haar zachte stem doorbrak de stilte, kalm en beheerst, en bracht onverwachte rust temidden van de ruïnes.
« Meneer… Mag ik iets zeggen?
Ethan liet een bittere lach horen.
« Advocaten, CEO’s en aandeelhouders schreeuwen de hele dag tegen me. Wat kun je me nog meer vertellen?
Luis gaf niet toe. Hij naderde.
« Ik houd je al jaren in de gaten. Niet de miljardair. De man. En ik weet dat jij niet verantwoordelijk bent voor deze instorting.
Ethan verstijfde, getroffen door de stille zekerheid van iemand die niemand ooit had opgemerkt.
Luis haalde een klein USB-stickje uit de zak van zijn versleten jas en legde die voorzichtig op het bureau.
« Ik weet wie het is. »
Ethan staarde naar het object, zijn hart bonkte, het gevoel dat antwoorden erin opgesloten zaten.
« Mensen praten vrijuit voor de schoonmakers, » vervolgde Luis. Ze vergeten dat we luisteren. En dat we ons herinneren.
« Ik heb alle benodigde bewijzen bewaard. Elke vergadering. Elke gefluisterde shot. Elke stem overtuigd dat niemand belangrijk hoorde.
« Waarom help je me? » fluisterde Ethan.
Luis glimlachte discreet.
« Toen mijn vrouw stierf, betaalde je anoniem voor haar ziekenhuisopname. Je dacht dat ik het nooit zou weten.
herinnerde Ethan zich. Een oude, discrete, vergeten geste.
« Maar ik ben het nooit vergeten.
Emotie kneep Ethans keel samen.
« Alles wat je vandaag bent kwijtgeraakt, » voegde Luis toe, wijzend naar de sleutel, « kun je morgen terugwinnen, als je de moed hebt. »
Ethan grijpt de USB-stick als een redder in nood.