Achtenveertig uur later, na een haastige vlucht en een lange, eenzame rit door het platteland van Alberta, stond ik voor grote houten poorten met de tekst: MAPLE CREEK FARM.
Het pand overtrof alles wat ik me had voorgesteld. Golvende heuvels, flamboyante esdoorns, een uitgestrekt huis dat met uitzonderlijke zorg is gerestaureerd. Niets werd aan het toeval overgelaten.
De sleutel draaide moeiteloos. Binnen opende zich een enorme kamer met een kathedraalplafond voor me. Maar het was niet de architectuur die me de adem benom.
Paarden. Overal.
Schilderijen, sculpturen, foto’s: een ongelooflijke collectie, gewijd aan mijn diepste passie. Joshua had alles uitgezocht. Elk werk toonde een nauwgezette aandacht voor mijn smaak.
Op een massief eikenhouten bureau, uitkijkend op een weide waar echte paarden graasden, stond een laptop, bekroond met een verse rode roos.
Voordat ik hem kon openen, kwam er een auto aan. Drie mannen zijn eruit gestapt. Ik herkende meteen hun gemeenschappelijke kenmerken.
De broers Mitchell.
Ik heb de deur op slot gedaan. De kloppen klonken al snel.
« Catherine, we weten dat je hier bent. Laten we rustig praten. »
Ik draaide me naar de computer. De antwoorden waren er.
Ik voerde het wachtwoord in: 05151998Mitchell.
Er verscheen één bestand: voor Catherine.
Binnenin honderden video’s. Eén voor elke dag van het jaar na zijn dood.
Ik opende de eerste.
Joshua verscheen op het scherm, levend, glimlachend.
« Hallo, Cat. Als je hier naar kijkt, is het omdat ik weg ben… »
Hij legde alles uit: zijn hartziekte, zijn keuze om stil te zijn, zijn verlangen om mij te beschermen, om me met gelukkige herinneringen achter te laten.
Hij vertelde over de boerderij, zijn broers, de eerste aankoop, de documenten die verstopt waren in een blauwe map.
« Alles is legaal. Het is helemaal van jou. Laat je niet intimideren. »
Er klinkt nog harder geklop.
« Koninklijke Canadese Bereden Politie. Mevrouw Mitchell, wilt u alstublieft de deur openen. »
Ik heb de blauwe map gepakt.