Na verloop van tijd viel me kleine details op die ik nog nooit eerder had gezien. Emma neuriede terwijl ze zich ‘s ochtends klaarmaakte. Ze liet haar schoenen in de gang liggen zonder zich meteen te verontschuldigen. Ze nam de ruimte in, simpelweg, natuurlijk—zoals een kind altijd zou moeten kunnen.
Ik ben ook veranderd. De schouders zijn minder gespannen. Langzamere ademhaling. Ik stopte met schrikken bij elke trilling van mijn telefoon, bang voor een eisende stem aan de andere kant van de lijn. Ik leerde dat kalmte geen pauze was voor de volgende storm, maar een mogelijke, blijvende toestand.
Op een avond, terwijl we de afwas aan het opruimen waren, vroeg Emma me bijna afwezig:
« Vind je het verkeerd om nee te zeggen? »
De vraag liet me abrupt stoppen.
Ik keek naar haar, haar handen nog nat, haar ogen serieus.
« Nee, » antwoordde ik. Nee zeggen is soms jezelf beschermen. En jezelf beschermen is nooit slecht.
Ze knikte langzaam, alsof ze dat antwoord ergens waardevol had opgeborgen.
Weken gingen voorbij. De seizoenen zijn veranderd. En met hen heeft er nog iets overgenomen: vertrouwen. Niet degene die we blindelings toestaan, maar degene die we dag na dag met eenvoudige gebaren bouwen. Om daar te zijn. Luister. Houd je aan je woord.